‘De fiets heeft ons land gevormd’

Vergeten fietshistorie

oudefietsen41

Stoomtreinen, oude auto’s, bussen en andere oldtimers worden volop in het zonnetje gezet in 2014, het Jaar van Mobiliteit en Mobiel Erfgoed. De fiets leek helemaal vergeten. Een hoge-bi-estafette van Rotterdam naar Leeuwarden moet de fiets bij het feestelijk jaar betrekken.

Wie van oude automobielen, stokoude stoomtreinen en ander gemotoriseerd materieel houdt, kan in het jaar van het mobiele erfgoed zijn hart ophalen. Er is van alles te doen: van restauratieprojecten tot een autobusestafette, zo staat op www.2014mobiel.nl te lezen.
Maar opmerkelijk genoeg geen woord over de fiets, die toch al 100 jaar het meest voorkomende vervoermiddel van Nederland is. En in het logo van het feestjaar waar een auto, een fiets, een vliegtuig en een schip samenkomen, ontbreekt de fiets ook.

Caravans
Max Popma van het Jaar van Mobiliteit en Mobiel Erfgoed wil niks over de keus voor het logo kwijt, maar wijst erop dat caravans, vrachtwagens en sportvliegtuigen ook niet in het logo staan. Maar, zo verzekert hij, er zal zeker iets aan de fiets gedaan worden. ‘We zijn het er allemaal over eens dat de fiets erg interessant is.’ Maar de organisatie kan het niet allemaal zelf. Het is veel onbetaald vrijwilligerswerk en allerlei auto-, bus- en stoomtreinclubs moeten volgens Popma zelf met initiatieven komen. En er is natuurlijk ook een vereniging voor liefhebbers van oude rijwielen: De Oude Fiets. Popma: ‘Wat er gaat gebeuren, hangt van hun eigen inzet af.’

portret kaspar hanenbergh
Aan de technische ontwikkeling heeft Nederland bijna niets bijgedragen, zegt Kaspar Hanenbergh: ‘Eigenlijk was de Nederlandse industrie vooral goed in slimme accessoires, zoals bagagedragers, jasbeschermers en manden.’ Beeld-auteur: Peter Arno Broer

Eerste wielerheld Kiderlen
Kaspar Hanenbergh en Michiel Röben uit Utrecht, allebei lid van Vereniging De Oude Fiets, hebben de handschoen opgenomen. ‘We willen een herinneringsrit met hoge bi’s van Rotterdam via Utrecht naar Leeuwarden organiseren. In 1885 reed Pim Kiderlen – de eerste wielerheld van Nederland – die afstand in 22 uur en 35 minuten. Een internationaal afstandsrecord. We willen die tocht overdoen, waarbij fietsers allemaal een stuk van de tocht op een hoge bi afleggen. Ook willen we wedstrijden met historische rijwielen op de Utrechtse Maliebaan, het eerste fietspad van Nederland’, zegt Hanenbergh.

Gelijkgestemden
Hanenbergh en Röben zijn gegrepen door de Nederlandse fietsgeschiedenis. Veel leden van Vereniging De Oude Fiets hebben er genoeg aan om oude Nederlandse fietsen in hun schuurtje te restaureren. En om van tijd tot tijd met gelijkgestemden een ritje te maken. Hanenbergh en Röben willen meer.
‘Wij zijn meer geïnteresseerd in het gebruik van de fiets, wat de fiets heeft betekend voor Nederland’, zegt Hanenbergh. ‘De fiets heeft ons land gevormd’, vult Röben aan. ‘Als we die fiets niet hadden gehad was Nederland een land van geïsoleerde gemeenschappen gebleven. De fiets heeft het land opengelegd. Dankzij de fiets kon je gemakkelijk op pad gaan en kon je werk zoeken verder weg dan op loopafstand van je huis. Van een straal van vijf kilometer sprong je ineens naar een straal van twintig kilometer.’

Hippe houten fiets uit 1899
Hanenbergh en Röben willen met een boek de rijkdom tonen van de Nederlandse fietsgeschiedenis. Het boek Ons stalen ros, dat in juni uitkomt, gaat over de begintijd van het fietsen in Nederland (1868-1919). ‘Tot 1920 is wat fietsen betreft de mooiste tijd. Eind negentiende eeuw zie je dat er in hoog tempo allerlei technische vernieuwingen op de markt kwamen. Het was een bruisende, geestverruimende tijd. Niks was te gek. Rond 1900 was alles wat we nu kennen – versnellingsnaaf, kettingen, kogellagers en zelfs elektrische trapondersteuning – al ontwikkeld’, zegt Röben.
Hij laat een foto uit het boek zien van een Amerikaanse ‘houten veiligheidswieler’ uit 1899 die nu zo weer in een hippe fietsenwinkel zou passen. De verbindingen zijn van staal. ‘Ik vind het prachtig hoe het warme van het hout en het koude van het staal in deze fiets samenkomen.’

Buitenlandse fietsschrijvers
Voordat ze begonnen, inventariseerden ze wat er al was geschreven. Dat was niet veel. ‘Al 40 jaar is er geen boek voor een breed publiek verschenen over de Nederlandse fietsgeschiedenis’, zegt Hanenbergh.
Recent verscheen wel een boek van de Amerikaan Pete Jordan over de fietsgeschiedenis van Amsterdam. En een paar jaar daarvoor verscheen het wetenschappelijke onderzoek Radelnde Nationen van Anne-Katrin Ebert. Zij vergelijkt de opkomst van de fiets in Nederland met die in Duitsland.

Nederlandse wetenschappers houden zich eigenlijk niet zo bezig met de fiets. En dat is vreemd, want Nederland was, na een aarzelend begin, al snel de fietsnatie van de wereld. Die positie hebben we nooit meer afgestaan. Hanenbergh: ‘In 1900 liep Engeland voor; daar werd het meest gefietst. Wij waren wat laat met fietsen, maar zo rond 1905 hadden we al de meeste fietsen ter wereld per 1.000 inwoners. In Nederland bleef de verspreiding van de auto decennialang behoorlijk laag. In de VS had in de jaren dertig al één op de vier inwoners een auto. In Nederland was tot in de jaren zestig de fiets eigenlijk het enige privévervoermiddel.’ Röben: ‘Tot 1960 was de fiets de king of the road.’

Zakdoekje
Aan de technische ontwikkeling heeft Nederland bijna niets bijgedragen. Hanenbergh: ‘Eigenlijk was de Nederlandse industrie vooral goed in slimme accessoires, zoals bagagedragers, jasbeschermers en manden.’ Die bescheiden innovaties duiden erop dat de fiets in Nederland vrijwel meteen werd gebruikt voor alledaagse ritjes naar school, werk en winkel. Zoals we dat nu nog steeds doen. ‘In Nederland is de fiets een nationaal en klasseloos vervoermiddel’, zegt Hanenbergh. ‘Toen Rutte aan het onderhandelen was in het Catshuis ging hij daar bewust op de fiets naartoe. Iedere Nederlander kan zich met een fietsende premier identificeren.’
Röben vult aan: ‘Fietsen was 100 jaar geleden al heel gewoon, en dat is het nog steeds. Dat is de kracht en meteen ook de zwakte van de fiets. De fiets valt niet op. Het is een stuk gereedschap dat je van A naar B brengt. Het is een wegwerpartikel, iets hoger in de hiërarchie dan een papieren zakdoekje, maar niet veel’, zegt Röben. En dat verklaart waarschijnlijk waarom de fiets bijna vergeten werd in het Jaar van Mobiliteit en Mobiel Erfgoed.

Valpartijen bij het fietsen op de hoge bi

De hoge bi van Michiel Röben heeft jarenlang in de DDR in een schuur staan te verstoffen. De hoge bi was ooit door een Duitse smid in elkaar gezet, naar een Engels ontwerp. Toen Röben de hoge bi kocht, was er weinig van over. De backbone (het frame) was gebroken en van de 62 spaken in voorwiel waren er nog maar veertien over. Röben heeft hem zelf in negen maanden gerestaureerd, maar moest er toen nog op leren fietsen. Dat viel niet mee. Na drie valpartijen en bedrust in verband met rugpijn had hij het fietsen en het op- en afstappen onder de knie. De fiets van Kaspar Hanenbergh lijkt al op onze hedendaagse fietsen. Hanenbergh over de herkomst van zijn oldtimer: ‘Mijn oude Seidel & Naumann uit 1890/1891 kocht ik drie jaar geleden op de plek waar heel Nederland oude spullen koopt en verkoopt: Marktplaats.’

De Oude Fiets
Wie meer wil weten over oude fietsen, kan terecht op www.oudefiets.nl van de Vereniging De Oude Fiets. Officieel gaat het de vereniging om fietsen van voor 1950. Maar de tijd schrijdt voort: liefhebbers van racefietsen uit de jaren tachtig zijn ook van harte welkom.

 

Categorieën