‘Hoe werkt de rem?’

Onderzoek: toeristen in Amsterdam vinden omfietsen niet erg

Fietsers

Het toerisme komt weer op gang. Het huren van een fiets is een van de highlights van een bezoek aan Amsterdam. Hoe kan die stroom fietsende toeristen in goede banen geleid worden? Ruim voor de coronacrisis deed Lara Zomer er al onderzoek naar.

Lara Zomer, promovendus Wayfinding aan de TU Delft, heeft fietsende toeristen gevolgd met een gps-tracker. Ze onderzocht 12.000 tochtjes van zo’n 2000 gasten van het Student Hotel in Amsterdam om te weten te komen hoe fietsende toeristen hun weg vinden in een onbekende stad. En ook: hoe kun je de stroom fietsende toeristen sturen?

Toeristen fietsen 8 km per uur

Zomer werkte met toeristen die met een huurfiets van het hotel de stad in wilden. ‘Dan vroegen ze: ‘Hoe werkt de rem?’. Dat verklaart meteen een deel van het gedrag van fietsende toeristen.’ In het begin is het fietsen onwennig voor ze, maar uit de analyse van data bleek dat toeristen razendsnel bijleren.
De feiten: ‘Ze gaan niet zo hard; gemiddeld fietsen ze 8 kilometer per uur. Nederlandse fietsers rijden gemiddeld 15 per uur. Toeristen staan natuurlijk vaker stil, maar ook als ze echt in beweging zijn, gaan ze echt veel langzamer. Ze zijn minder ervaren, kunnen niet zo snel door een bocht en het duurt langer voor ze op gang komen bij een verkeerslicht’, zegt Zomer.
En er is nog een vertragende factor. ‘Ze leggen bijna de dubbele afstand af om op een bestemming te komen. Uit data van de Fietstelweek (een week waarin fietsers met een app hun tochten doorgaven, red.) weten we dat de Nederlandse fietser recht op zijn doel af gaat en zich door niemand laat afleiden. De Nederlandse fietser wil 10 minuten fietsen voor een activiteit van 30 minuten. Bij toeristen is het precies andersom; zij vinden het prima om 30 minuten onderweg te zijn voor een activiteit van 10 minuten.’

Waarom fietsen toeristen met zo veel omwegen?

Zomer zag in haar data dat toeristen een straat inreden en weer omkeerden om vervolgens toch koers te zetten naar een toeristische bestemming, zoals het Museumplein. ‘Misschien zien ze een leuk koffietentje en willen ze daar even kijken. Verdwalen lijken ze niet zo erg te vinden.’
‘Elke nieuwe trip die ze maken is efficiënter dan de vorige. Daardoor leren ze zelfs binnen een dag bij. Al doende vergaren ze ruimtelijke kennis en worden steeds doelgerichter. Maar als ze acht ritten hebben gedaan, stopt het leren wel.’ Na een paar ritjes blijkt dat ze goed kunnen navigeren naar en tussen de bekende pleisterplaatsen: het Museumplein, het Leidseplein, het Vondelpark, het Centraal Station en de Wallen.

Verkeersplanners zijn fietsende toeristen vergeten

Zomer heeft geen onderscheid gemaakt naar nationaliteit. ‘Uit welk land ze komen is niet zo relevant. Fietsende toeristen zijn een klasse op zich. Het is belangrijk dat de planners überhaupt meer weten over fietsende toeristen. Ze zitten nu in geen enkel verkeersmodel. Als je wilt weten hoe druk de hoofdroutes in je stad echt zijn, moet je weten wat de toeristen in je stad doen. Zeker nu steeds meer toeristen gaan fietsen in Amsterdam.’
Ze heeft alvast een paar tips voor Amsterdamse verkeersplanners. ‘De frictie met andere fietsers zit vooral in de avondspits, zo tussen vijf en zeven. Dan moet je iets aanbieden waardoor ze niet op dat tijdstip hoeven fietsen. Je kunt proberen ze langer in een gebied te houden door daar meer activiteiten aan te bieden. Bijvoorbeeld – en dat gebeurt nu al – door musea ’s avonds langer open te houden. Maar dan moeten ook de keukens van restaurants in de buurt langer openblijven, zodat je aansluitend nog wat kunt eten.’

RH20150604-9861

Tip voor Amsterdam: verplichte fietsexamens voor toeristen

Amsterdam is een echte fietsstad. Toch blijft er nog genoeg te verbeteren, vinden fietsers Lees meer

Maak duidelijke routes voor fietsende toeristen

‘Wat goed is om te weten: toeristen zijn superflexibel. Ze hoeven niet om halfnegen op kantoor te zijn; hun dag begint vaak pas om elf uur. Ze zijn tevreden zolang ze maar langs leuke plekken komen. Je kunt ze daarbij helpen door duidelijke routes te maken. Je moet op de bordjes niet ‘Museumplein’ zetten, maar een symbool dat alle toeristen meteen begrijpen. Wat ook goed werkt: het aangeven van reistijden. Een afstand zegt toeristen weinig. Maar ‘vanaf hier ben je binnen 30 minuten op de Zaanse Schans’ is wél duidelijk voor ze. Je moet hoe dan ook zorgen dat de routes duidelijk zijn. Heel precies hoeft dat niet te zijn. Je moet meer een richting aangeven. Ze willen zelf Amsterdam ontdekken en de illusie hebben dat ze het allemaal zelf gevonden hebben.’

Laat toeristen koers zetten naar Bloemendaal

En nog een belangrijk advies: probeer toeristen te verleiden om op de fiets attracties buiten Amsterdam te bezoeken. ‘Acht procent van de toeristen ging de stad uit. Bijvoorbeeld naar Muiden en Bloemendaal aan Zee. Waarom ze zo ver gaan, weten we niet. Misschien zijn ze vaker in Amsterdam geweest en willen ze nu de omgeving verkennen.’
Wat wel zeker is, is dat deze avontuurlijk ingestelde fietsers meer fietservaring hebben. ‘Deze groep reed namelijk een stuk sneller dan 8 kilometer per uur, anders kom je ook nooit op tijd terug. Acht procent lijkt misschien laag, maar ik vind het verrassend hoog. Ik denk dat je met pr, vooral bij het hotel waar ze verblijven, nog veel meer toeristen kunt stimuleren buiten de stad te fietsen. Dat vermindert meteen de druk op de binnenstad. Je moet het ze dan wel gemakkelijk maken. Met duidelijke routes voorkom je dat ze verdwalen. Het is geen succes als ze te veel de weg moeten vragen. Er moeten ook picknickbanken zijn onderweg. En doe er leuke activiteiten bij. Fietsen is leuk voor toeristen, maar na een uur wordt het wel saai voor ze.’

xing chen op de fiets

‘Nederlandse fietsers zijn bovenmenselijk’

Xing Chen wil expats de ongeschreven regels van het fietsen in Amsterdam bijbrengen. Lees meer

Categorieën