Amsterdam te druk voor oudere fietsers

Een derde van de 50-plussers mijdt de binnenstad 

FransNieuwenhuisAmsterdam

Uit de statistieken weten we dat fietsers vanaf hun vijftigste vaker dan gemiddeld vallen en ernstig gewond raken. Hoe komt dat? Zijn ze minder vaardig geworden? Of ligt het aan de toegenomen fietsdrukte? ‘Ze raken overbelast.’ 

In de jaren negentig begon het fietsjournalist Karin Broer (ze schrijft ook voor de Fietsersbond) ineens te dagen: er is iets aan de hand met vallende fietsers. ‘Ik schreef over een onderzoek van de SWOV en VeiligheidNL (twee onderzoeksinstituten, red.). Ze hadden de gegevens van de Spoedeisende Hulp onderzocht en ineens werd duidelijk: mensen vallen massaal van de fiets. Dat was een eyeopener. Het bleek dat er heel veel ongelukken zijn door paaltjes, stoepranden en gladheid. Dat noemen onderzoekers enkelvoudige ongevallen. Vooral 60-plussers raakten ernstig gewond. Ik heb er veel over geschreven en later ben ik fietsdocent geworden. Ik wilde met die groep aan de slag.’ 

Relaxte routes

In 2018 deed Karin Broer mee aan een prijsvraag van Tour de Force, een samenwerking van allerlei maatschappelijke organisaties, kennisinstituten en overheden met als doel meer fietskilometers. Broers voorstel: maak relaxte routes voor oudere fietsers. Dat zijn veilige en rustige corridors in hectische en drukke steden. De prijsvraag won ze niet, maar Amsterdam wilde wel graag een proef waarbij de inbreng van fietsers (enquête en klankbordgroep) een belangrijke rol speelde. 

Je hebt een enquête gehouden onder oudere fietsers in Amsterdam. Wat kwam daar uit?

‘De drukte in de binnenstad vinden oudere fietsers niet prettig. Dynamische situaties ‒ winkels, trams, auto’s, vrachtwagens, voetgangers en smalle fietspaden ‒ vinden ze heel moeilijk. Daar raken oudere fietsers overbelast door.
We hebben gevraagd: welke plekken mijd je? Bijna de helft mijdt de drukke plekken. Dat geldt niet alleen voor 60-plussers, maar ook voor vijftigers. Een derde van zowel de vijftigers als de zestigers in Amsterdam mijdt het centrum helemaal. Ik hoorde van een kennis over een vrouw die voor haar werk op verschillende plekken in de binnenstad moet zijn. Eerst deed ze dat op de fiets. Maar dat vond ze te gevaarlijk worden. Nu gaat ze met de auto in plaats van met de fiets. Dat oudere fietsers de binnenstad mijden geldt niet alleen voor Amsterdam. Je hoort het ook over Utrecht.’

Je bent ook fietsdocent voor de Fietsschool. Je hebt veel met oudere fietsers gewerkt. Wat is je opgevallen?

‘Ik ben zelf nu ook wat ouder en ik merk dat dingen veranderen. Maar dat gaat heel langzaam. We kennen allemaal de leesbril. Maar er gebeurt zo veel meer. Je kunt minder goed vanuit je ooghoeken kijken, maar dat merk je niet meteen. Daardoor zie je auto’s of fietsers later dan toen je jong was. En dan schrik je ineens. Dat heeft invloed op hoe je het verkeer beleeft.’ 

Karin Broer
Karin Broer: ‘Ik ben zelf nu ook wat ouder en ik merk dat dingen veranderen. Maar dat gaat heel langzaam. ‘

En hoe zit het met de fietsvaardigheden en het ouder worden?

‘Heel veel mensen denken: natuurlijk kan ik nog fietsen! En dat is ook zo, maar je kunt het niet meer zo goed als toen je 18 was. Daar zit een gevaar in. Je moet realistisch naar jezelf kijken. Soms moet je accepteren dat je dingen niet meer zo goed kunt. Over je schouder kijken wordt moeilijker en dan is een spiegel op je fiets een goed idee.
Het beeld is heel wisselend. Op Fietsinformatiedagen van de Fietsschool komen vaak echtparen. Dan zegt de man: ‘Mijn vrouw kan niet meer zo goed fietsen’. Bij de slalomproef zie je dat de vrouw voorzichtig is, maar dat het prima gaat. En bij de man, die denkt dat hij het prima kan, valt er nog heel wat aan te merken op zijn fietsvaardigheden. De boodschap die we geven is een beetje ingewikkeld. Aan de ene kant moet je je niet bang laten maken en gewoon gaan fietsen, en aan de andere kant moet je niet overmoedig zijn. Je moet balans houden.’

Zijn de fietspaden veilig genoeg voor oudere fietsers?

‘Ik vind dat gemeenten met de ogen van de minder vaardige fietser naar de fietsinfrastructuur moeten kijken. De verkeerskundigen zeggen: Het fietspad is goed, want het voldoet aan de richtlijnen. Maar de richtlijnen zijn de minimumeisen. Voor een onzekere fietser is die ruimte vaak echt te krap. Meer ruimte voor de fietser zeggen politici vaak, maar doe dat dan ook echt! Denk aan hoe ouderen wegfietsen. Dat gaat vaak wat slingerend; ze hebben echt veel meer ruimte nodig. Maar het gaat niet alleen over ruimte. De CROW (kennisinstituut over verkeer en veiligheid, red.) heeft ooit een brochure gemaakt over seniorproof fietsinfrastructuur. Die zal vast in de lades van verkeersambtenaren zijn beland, maar ligt er heel diep in. Er staat bijvoorbeeld in: geen paaltjes. Er zijn wel paaltjes weggehaald, maar er zijn nog steeds heel veel paaltjes. Ook zijn er nog steeds overal hoge stoepranden en die zijn echt levensgevaarlijk als je ertegenaan komt met je trapper. Bij oudere fietsers leidt dat vaak tot een valpartij. En die grijze natuurstenen randen, die zijn spekglad en daar glijden fietsers over uit.’

Hoe maak je dan wél veilige stoepranden?

‘De overgang tussen fietspad en stoep moet schuin zijn of helemaal gelijkvloers. Als je per ongeluk verkeerd stuurt, kun je gewoon weer veilig terug naar het fietspad. Dat is een vergevingsgezinde oplossing; een stuurfout wordt niet afgestraft met een valpartij.
Er is nu wel in veel gemeenten aandacht voor veilige stoepranden, ook in Amsterdam. Maar op het Rokin is een nieuw fietspad aangelegd en dat is echt stom. In het kader van een mooi straatbeeld zijn er ineens weer rechte stoepranden. Het is duidelijk: de stedenbouwkundigen hebben gewonnen.
Ook wil ik pleiten voor markering. Op heel veel plekken zou je met belijning het verloop van het fietspad kunnen markeren. Een duidelijk contrast tussen waar je wel of niet kunt fietsen, kan oudere fietsers echt helpen. Als je ziet aan de belijning dat het pad afbuigt voor een plantenbak word je daar niet door verrast.’

Agnes Snelder Amsterdam fietser
Beeld-auteur: Corné Sparidaens

Agnes Snelder, 62 jaar
‘Ik woon in Amsterdam sinds 1980. Als ik terugkijk is de drukte de belangrijkste verandering. Ik voel me geen oudere fietser. Mijn kinderen zeggen wel dat ik langzaam fiets. Ik vind het verkeer onoverzichtelijker geworden; er zijn meer kriskrasbewegingen. Plotseling stoppen, dat is ook zoiets. Als het druk is moet je dus enorm opletten om te vermijden dat je op je voorganger botst of dat er iemand op jou botst. Ik zoek een beetje de rustige routes op. Maar routes die tien jaar geleden rustig waren, zijn dat nu rond de spits ook niet meer. Zelfs in buitenwijken is het drukker geworden. Ik mijd bepaalde plekken niet. Ik bedenk wel vaak van tevoren welke route ik ga fietsen en dan neem ik de rustigste, maar ik ga niet heel erg omfietsen. Ik denk dat ik minder door rood rij dan vroeger. Het is relaxter. Als je door rood rijdt moet je namelijk heel goed opletten. Vroeger reed ik ook vaker tegen het verkeer in of over de stoep; dat doe ik niet meer. Ach, wat schiet ik ermee op, denk ik dan.’

Help je mee?

De Fietsersbond strijdt voor veilige fietspaden voor alle fietsers. Maar we kunnen het niet alleen. Help je mee?

Ja, ik word lid!

Frans Nieuwenhuis, 73 jaar
‘Ik heb een tijdje een fotocursus gedaan, waardoor ik ’s ochtends onder het Rijksmuseum de Spiegelstraat in fietste. Dat is in de ochtendspits echt een gekkenhuis. Links en rechts gaan ze om je heen en er zijn ook nog een paar zijstraten. Toen heb ik gezegd: dat doe ik niet meer, ik kies een andere route. Dat is een stukje om, maar het kan best.
Het is uitdagend geworden. Soms is het een gekkenhuis met fietsers en je reactievermogen wordt boven de 70 toch iets minder. En daar komt voor mij nog een extra probleem bij: door glaucoom is het zicht in mijn linkeroog een stuk minder.’

Oudere fietser Amsterdam Frans
Beeld-auteur: Corné Sparidaens

‘Als ik terugkijk denk ik dat ik zo’n vijf à zes jaar geleden wat voorzichtiger ben gaan fietsen. Mijn vrouw, die is een paar jaar jonger, is twee keer aangereden. Een keer door een bakfiets en een keer door een gewone fiets. Die mijdt gewoon de binnenstad.
Het grote verschil met twintig jaar geleden is dat het veel drukker is geworden; er zijn veel meer fietsbewegingen. De snelheidsverschillen zijn groter geworden. Jongeren die stevig doorfietsen, scooters, bakfietsen. En je merkt bij het ouder worden dat het reactievermogen minder wordt. Dat is een lastige combinatie.’

Categorieën

Karin broer

Karin Broer

Freelance redacteur van de Vogelvrije Fietser